Een goede manager – cowboy of controlefreak?

Iemand die ik kende werd ooit verzocht tijdelijk in Engeland te gaan werken. Hij zou elke maandagochtend moeten vertrekken en elke vrijdagavond terugkomen. Een half jaar lang. Het was een belangrijk project, dus volgens zijn baas een hele eer. “Maar ik heb been vriendin, hoe moet ik mijn privéleven dan regelen?”, vroeg hij. Zijn baas antwoordde: “Privéleven? Je hebt helemaal geen privéleven. Je werkt toch voor ons?”

Welkom in de wereld van het management! Vol met echte leiders, maar ook met dwazen. Wat is nu een goede manager en wat moet hij of zij doen?

Beheren of ondernemen?

“Ik heb al genoeg moeite de toko draaiende te houden – ik heb helemaal geen tijd voor iets nieuws!”, hoorde ik ooit een manager zeggen. Toch moet een manager zowel beheren als ondernemen. Een manager die alleen maar beheert, voegt niets nieuws toe. En het kenmerk van elk bedrijf is dat het moet groeien om te blijven bestaan.

Een manager die alleen nieuwe kansen ziet en niets beheert, laat zijn mensen in de kou staan. Er ontstaan veel nieuwe lijnen, maar er is geen tijd om alles aan elkaar te knopen. Terwijl de passagiers nog bezig zijn de veiligheidsriem vast te maken, geeft hij al gas en is vertrokken. Op weg naar een onvermijdelijke botsing.

Dus misschien is manager zijn niet voor jou – of heb jij de verkeerde manager!

Overigens:

Terug naar het onderwerp manager:

Veel managers kun je indelen in één van de volgende categoreiën:

De cowboy.

De cowboy is altijd bezig met nieuwe plannen. Als er al regels worden gecreëerd in een afdeling, dan is er altijd één uitzondering: de cowboy zelf. “Regels zijn voor mensen die geen lef hebben.” Hij schiet veel en vaak, maar meestal met losse flodders. Mooie plannen, maar er geen vervolg aan geven. Beloven erop terug te komen, maar het nooit doen. Is vooral veel op pad – naar weer een nieuw avontuur. Favoriete uitspraak: “De beuk erin jongens!”

De controlefreak.

Deze manager wil vooral beheren en neemt nooit beslissingen zonder eindeloos te controleren. Het personeel wordt kort gehouden, want spontaniteit en individueel initiatief zijn scheldwoorden. “Dan wordt het een chaos.” Deze manager controleert het liefst nog wat je voor ontbijt hebt gehad. Als toiletgebruik geregistreerd zou kunnen worden, dan had hij of zij het allang ingevoerd. De behoefte aan controle kun je natuurlijk loslaten. Favoriete uitspraak: “Kun je daar een rapportje over maken?”

De president.

De president zit het liefst op een aparte kamer. Hij houdt zich bezig met zaken die gewone stervelingen niet begrijpen. Met zijn mensen lunchen is uit den boze. “We organiseren wel een teambuildingsessie om iedereen tot elkaar te brengen.” Waarvoor hij vervolgens zelf afzegt. Is in gedachten al bezig met de volgende stap op de carrièreladder. Favoriete uitspraken: “Drie keer kloppen graag.” en “Heb je de memo niet gelezen?”

De vriend(in).

Deze manager wil het liefst naast de mensen staan. Erboven is te eng. Ze zijn erg betrokken bij hun personeel. Ook al wil het personeel het liefst duidelijke opdrachten. De vriend(in) wil alles overleggen en voorkomen dat iemand het niet naar de zin heeft, want dan is het niet meer gezellig. Dit heeft te maken met zelfvertrouwen. Favoriete uitspraak: “Hoe denk jij hierover? Dat wil ik heel graag horen.”

Hoe ontstaat een manager?

Bovenstaande is erg overdreven, kort door de bocht en niet wetenschappelijk bewezen. Maar toch vaak herkenbaar. Dit omdat veel managers nooit ondersteund worden door een opleiding of training. Ze worden bevorderd en zijn nu plotseling verantwoordelijk voor een afdeling. Maar niemand heeft ze verteld wat ze dan anders moeten doen.

Wat is een goede manager?

De perfecte manager bestaat niet. Wat dat betreft zijn het net mensen. In mijn zeer subjectieve ervaring als manager en als werknemer, zijn dit een aantal tips voor een goede manager:

Gebruik het talent.

Een goede manager realiseert zich dat hij of zij het niet alleen kan doen. In elk team zit een schat van ervaring. Het doel is om dat naar boven te halen. Laat de mensen de dingen doen waar ze goed in zijn. Het motiveren van een team is altijd makkelijker als je gebruikmaakt van de natuurlijke talenten die aanwezig zijn.

Motiveer iedereen.

Ken je Gordon Ramsay? In het programma “Hell’s Kitchen” scheldt hij regelmatig de huid vol van de leerling-koks. Van de zenuwen laten die nog meer uit hun handen vallen. Motivatie is geen honkbalknuppel om een medewerker in beweging te krijgen. Motivatie is iemand de belofte van de toekomst laten zien.

Ontwikkel een visie.

De hele dag ‘puin ruimen’ zonder ooit na te denken over de toekomst heeft geen zin. Iemand moet de koers uitzetten, anders gaan we overal naar toe en komen we uiteindelijk nergens aan. Een halfuur per dag voor strategie en nieuwe plannen is voldoende.

Luister naar je mensen.

In 1985 gold de dienstplicht en werd ik opgeroepen. In mijn eerste dag als sergeant moest ik een peloton soldaten laten marcheren. Dat ging 100 meter goed. Toen ging ik rechtsaf en liepen zij rechtdoor. Een goede manager kijkt af en toe achterom. Al is het alleen maar om te zien waar de rest blijft.

Delegeer waar je niet goed in bent.

Als je merkt dat iedereen al lang naar huis is en je als manager nog het werk van anderen zit te doen, dan is er iets mis. Ik moet de eerste manager nog tegenkomen die het allemaal zelf aankan. Waarom is er anders een team? Eén van de voordelen van een team is dat ze de dingen kunnen corrigeren waar de manager niet sterk in is. Maar dan moet dat wel eerst gedelegeerd worden.

Bovenal is een goede manager iemand die zichzelf blijft ontwikkelen. Want zelfontwikkeling is het verschil tussen een manager en een leider.